Op wereldreis 2008-2009

Op wereldreis 2008-2009

donderdag 29 januari 2009

Elfenbos, fjorden en gletsjers















Elfjes bestaan! We hebben het elfenbos gezien met tere mossen, fijne varens, begroeide boomstammen, lianen. Prachtig om te zien. Dit kan alleen maar groeien als er heel veel regen valt en dat gebeurt ook.

Gloeiwormen bestaan ook. We hebben ze gezien in een grot aan het Te Anau Lake. Met een bootje gingen we de diep duistere grot in die langzamerhand een heel klein beetje minder donker werd door duizenden kleine witblauwe lampjes. Aan de zij- en bovenwanden van de grot hechten zich kleine gloeiwormjes. We moesten doodstil zijn en mochten geen foto's maken. Als gloeiwormen schrikken doen ze hun lampjes uit.

En ook sandflies bestaan! We hebben ze gezien bij Milford Sound aan de westzijde van het Zuidereiland. Wolken sandflies rond ons hoofd, op Frits' voeten, in ons busje. We konden niet buiten koken en eten en zijn met pan en al op de vlucht geslagen naar de gemeenschappelijke keuken en dining room van de camping. Deze kleine nare beestjes, iets groter dan fruitvliegjes, bijten zeer gemeen en laten vreselijk jeukende bulten na, je ligt letterlijk wakker van de jeuk, onvergelijkbaar met een muggenbeet. Dus vanaf nu sokken over de broekspijpen en bovenste knoopje dicht.

Wat is dit een mooi land. Voor de Google Earth google-aars: we zijn vanaf Oamaru langs de oostkust naar de Catlins in het zuiden gereden. Via Invercargill zijn we naar Lake Te Anau gegaan, toen naar de fjorden van Milford Sound. Van Milford Sound richting Queenstown en Lake Hawea. Van Lake Hawea noordwaarts naar de Fox gletsjer en Franz Josef gletsjer. Inmiddels zijn we aangeland in Greymouth aan de westkust.

De Catlins in het zuiden zijn prachtig. Veel boerenland en ontzettend veel schapen. In kleine dorpen staan erg veel huizen te koop en een behoorlijk aantal is gewoon verlaten, blijkbaar onverkoopbaar. We denken dat veel mensen voor hun living naar de stad trekken. De zee ontmoet aan de zuidzijde vaak stijle rotsen, het lijkt hier het einde van de wereld.

Bij onze tocht naar Milford Sound hadden we ongelooflijk geluk met het weer. In dit gebied regent het zeven tot negen meter per jaar, maar wij hadden stralende zon. Een dag later, tijdens een boottocht op de fjorden van Milford Sound hebben we het ware gezicht van dit gebied gezien: stromende regen, donkere, jagende wolken, dit tegen een decor van immens hoge rotswanden ooit gevormd door grote gletsjers. Dit was onvoorstelbaar indrukwekkend.

We rijden meestal elke dag door, het land nodigt hier toe uit. Na een misstap van Frits - over een randje - heeft hij zijn rechtervoet vreselijk gezwikt. De dag daarna zijn we mede daarom een dagje langer op de camping aan het Lake Hawea gebleven. De enkel heeft inmiddels alle kleuren van de regenboog, maar gelukkig kan hij wel voorzichtig lopen en gaat het steeds wat beter.

De Fox gletsjer en Franz Josef gletsjer, enorme ijsmassa's die diepe dalen hebben uitgesleten. Het ijs is wit, azuurblauw en zwartgrijs daar waar de gletsjer langzaam afbrokkelt. De Franz Josef gletsjer groeit tegen de verwachting in, sinds de jaren 70, waarschijnlijk door meer sneeuwval.

Marlies had het in haar reactie op de blog al aangekondigd: Nieuw Zeeland heeft de sfeer van Nederland in de jaren vijftig-zestig en dat klopt helemaal. De mensen zijn gemoedelijk en vriendelijk, alles is keurig en net en er wordt 's avonds lekker op tijd gegeten. Maar het moet allemaal wel volgens hun regels, het ruikt een beetje naar spruitjes, ruimdenkendheid is niet iets wat we met de Nieuw Zeelanders associëren.

We hebben nog ruim één week op het Zuidereiland. In die tijd zullen we de noordoost kant van het eiland bekijken. 6 februari vliegen we naar het Noordereiland.

dinsdag 20 januari 2009

Nieuw Zeeland, Christchurch - Mt Cook









Wat een geweldige natuur! Adembenemende blauwgroene meren met op de achtergrond bergtoppen met sneeuw. Of de zee, met woeste branding. Kleine pinguïns liften met de golven mee om aan land te komen. Eindeloze vlakten, met prachtige flora, zoals lupine velden. Het weer is volkomen onvoorspelbaar. Het ene moment schijnt de zon, het andere moment bevind je je in een zware regenbui. De ene avond is bijna zwoel, de andere ijskoud, winterjack en muts zijn al weer gebruikt!

We zijn vorige week donderdag aangekomen in Christchurch op het Zuidereiland. Een vriendelijk en ontspannen stadje met Engels karakter. Er staat een grote Anglicaanse kerk, de eerste kerk na alle tempels die we hebben gezien. Vanuit Christchurch zijn we naar Banks Peninsula, het plaatsje Geraldine (!!) -ja, thuis voelde weer even heel dichtbij-, Lake Tekapo en Lake Pukaki en Mount Cook gereden om vandaag aan te komen in Oamaru, beroemd door twee penguïn kolonies, de blauwe pinguïn en de geeloog pinguïn.

Het was wel een cultuurshock, op alle fronten, de overgang van Azië naar Nieuw Zeeland. Alles is hier geregeld, overal wordt voor gewaarschuwd, voor natte vloeren, voor oneven wegdek, voor overstekende kiwis en penguïns, voor van alles wat in de Westerse wereld zeer gevaarlijk wordt geacht. Een Aziaat zou het niet eens bedenken, met zijn zessen op de brommer kan best en inderdaad, meestal gaat dat goed. Erg flauw eten en veel dikke mensen. Verder veel ruimte en relatief weinig mensen. Geen lawaai, geen brommers, geen getoeter. We hebben voor het eerst weer veel vogels gezien en 's morgens hun getjilp en gekwetter gehoord. Daar heb ik enorm van genoten.

Een klein busje, camper is een te groot woord, zal ons huis zijn tijdens onze reis hier. Dus weer kamperen, geen eigen WC, geen eigen douche en slapen op een flutmatrasje. Na wat passen en meten, zijn we inmiddels wel gewend aan onze moterhome. Jammer genoeg mag je hier nergens een kampvuur maken.

Gisteren en vandaag hadden we mijn-mond-valt-open momenten. Lake Tekapo en Lake Pukaki zijn turquoise groen, onwerkelijk om te zien. Vandaag hebben we een wandeling gemaakt door de Hooker Valley bij Mount Cook en ook dit was een sprookje, prachtige vegetatie, een heldere en besneeuwde Mount Cook en een blauwe lucht.

De komende twee weken reizen we verder over het Zuidereiland. Op 6 februari vliegen we naar Auckland op het Noordereiland. We zullen veel onderweg zijn en kunnen waarschijnlijk niet zo frequent een blogbericht plaatsen als jullie van ons gewend waren, want veel campings bieden geen internet faciliteiten.

dinsdag 13 januari 2009

Cambodja: Angkor Wat














Het is geen straf je 44ste verjaardag te vieren tussen de tempels van Ankor. Frits had dit genoegen!

Tijdens onze reis hebben we veel mensen ontmoet die zeiden dat een bezoek aan Angkor Wat onvergetelijk is. Zij hadden allemaal gelijk. De tempels van Angkor, gebouwd tussen ruwweg de negende en de dertiende eeuw zijn van een ongelooflijke schoonheid.

Het is lastig in woorden te vatten waarom wij hier de afgelopen drie dagen zo genoten hebben. Het is het grote aantal tempels, de uitgestrektheid van het gebied waarin ze liggen, het prachtige beeldhouwwerk, soms onvoorstelbaar groot zoals de gezichten op de poorten die toegang bieden tot Angkor Thom en op de torens van de Bayon, soms weer zeer klein en delicaat zoals op de tempel van Banteay Srey. Vooral de tempels die half in de jungle liggen, zoals Ta Prohm en Preah Khan, en waar grote bomen en boomwortels dwars door en over de ruïnes heengroeien, hebben ons hart gestolen. Daar voel je je een beetje een ontdekkingsreiziger.

Met een Tuk Tuk zijn we rondgeweest, lekker met het hoofd in de wind. Wat schrijnend is, is het grote aantal zeer jonge kinderen dat door ouders of anderen erop uit wordt gestuurd om allerlei prullen aan toeristen te verkopen. Zodra de Tuk Tuk ergens halt hield, werden we belaagd.

Angkor was een hele mooie afsluiting van onze reis door Azië. Vanavond vliegen we naar Bangkok, waar we één nacht blijven. Morgen vliegen we via Sydney naar Christchurch op het Zuidereiland van Nieuw Zeeland, waar we op 15 januari in de middag arriveren. Weer een heel nieuwe episode van onze reis!

vrijdag 9 januari 2009

Killing Fields-Cambodja












Security prison 21, S21, was ooit een school. In 1975, nadat Pol Pot de mensen uit de stad, uit Phnom Penh, naar het platteland had verdreven, werd het een gevangenis en martelinrichting. Nu is het Tuol Sleng Museum er gevestigd.
Een bezoek aan dit museum grijpt je erg aan. Je ziet de cellen van de gevangenen, je leest de verhalen over de martelpraktijken van de Rode Khmer. De gevangenen krijgen een gezicht door de honderden foto's van mannen, vrouwen en kinderen, een nummer met een veiligheidsspeld vaak op de blote huid gespeld. Je staat op de plaats waar in 1975, toen de Vietnamezen een einde aan het regime hebben gemaakt, de dode lichamen van 14 gevangenen werden aangetroffen. In de cellen waar zij gevonden zijn, hangt een foto van hun verminkte lichaam. Er waren ook rijen met hele kleine cellen, ik denk niet groter dan één bij twee meter. Frits kon er maar nauwelijks in staan. Het was een hele warme dag tijdens ons bezoek, maar hier liep kippenvel over onze rug.

Een dag later zijn we naar de Killing Fields van Choeung Ek geweest. Dit is de plaats waar aanhangers van het oude regime van Lon Nol, intellectuelen, of mensen die er intellectueel uitzagen, bijvoorbeeld brildragers en al hun familie zijn omgebracht. Er liggen nu lege kuilen, de massagraven. Er staan oude bomen die het allemaal gezien hebben. Een boom werd gebruikt om een geluidspeaker in te hangen, om de angstkreten van de mensen te maskeren. Tegen een andere boom werden kinderen geslagen. Ter nagedachtenis aan de slachtoffers is een grote stoepa, een herdenkingsmonument, gebouwd, waarin schedels van slachtoffers een plaats hebben gekregen. Als je in de stoepa staat en je ziet de schedels, dan realiseer je je dat elke schedel een verloren mensenleven vertegenwoordigt, iemand met een man of vrouw, familie, vrienden en kinderen.

Het blijft onbegrijpelijk tot hoeveel wreedheid mensen in staat zijn. De daders zijn nooit berecht en voor veel Cambodjanen is dat een groot trauma.

maandag 5 januari 2009

Vietnam: Hoi An - Hue











Terwijl in Nederland iedereen de schaatsen uit het vet haalde, hadden wij hier grijs, druilerig, nat en vies weer. In Hoi An en het nabij gelegen My Son krioelde het van de toeristen, wat de feestvreugde ook niet erg verhoogde. En de was was na drie dagen nog niet droog.

Toch zijn we erop uit getrokken, gehuld in regenjas en gewapend met de Loyens&Loeff paraplu. Hoi An is een zeer charmant stadje, 'halverwege' Vietnam. Laagbouw, gele huisjes met grote zwarte vochtplekken, mos en onkruid groeit op de daken. Maar Hoi An is heel erg toeristisch. Het oude stadje bestaat vooral uit naaiateliers, souvenirswinkels, bars en restaurants.

In het nabijgelegen My Son zijn de ruines te zien van oude hindoeistische tempels. Het ligt in een prachtige heuvelachtige en groene omgeving. Hier had de regen zijn charme wel. Damp hing in de lucht, de tempels waren nat en begroeid met korstmossen en varens, maar het was absoluut niet koud. Mijn moeder zou zeggen dat het 'groeizaam' weer was.

Met de bus zijn we van Hoi An naar Hue gereisd, ten noorden van Hoi An. Het was slechts een afstand van 150 kilometer, maar als je niet harder dan 30km per uur rijdt een ook nog eens een stop inlast van 30 minuten, doe je hier zomaar 4,5 uur over.

Hue vind ik leuk. Het is een echte stad, waar mensen wonen en werken en waar toeristen slechts op bezoek zijn en niet de hele stad hebben geannexeerd. Vandaag hebben we onder een zonnige hemel de citadel bezocht en de graftomben en daarbij behorende complexen van keizer Tu Duc bezocht. Bij de citadel stond een aantal op de Amerikanen buitgemaakte tanks tentoongesteld. Volgens het bijbehorende commentaar waren deze tanks with artillery of the US equipped to puppet soldiers for raiding and killing the people.

Morgen vliegen we naar Phnom Penh in Cambodja, waar we onder andere een bezoek zullen brengen aan de Killing Fields.