Vijhonderd kilometer met de lokale bus dwars door Nepal, naar het westen waar (Royal) Bardia National Park ligt. Het 'Royal' is er afgevallen, sinds de koning van Nepal nog slechts een lintknipfunctie heeft en de maoisten het voor het zeggen hebben.
Het bleek weer een heel avontuur. We waren afgelopen zondagmorgen nog maar net op weg, toen we om 10.00u kwamen vast te zitten in een grote wegopstopping. Onze vriendelijke medepassagiers informeerden ons over de reden: de avond ervoor rond 18.00u had een dodelijk ongeval plaatsgevonden en de plaatselijke bevolking had de weg geblokkeerd om schadevergoeding af te dwingen bij de bestuurder. Dit blijkt een veel voorkomende praktijk. Bij onenigheid, ook bij bijvoorbeeld echtelijke ruzies, wordt de weg geblokkeerd om de eigen argumenten kracht bij te zetten. Wij hadden nog geluk, want na 1,5 uur kwam de boel langzaam in beweging. Bij de lunch stond onze bus naast de nachtbus van dezelfde maatschappij. Deze mensen hadden de hele nacht vastgestaan. Later passeerden we deze nachtbus, hij stond met pech langs de weg. Was het toch nog onze lucky day, ondanks dat we pas na 18 uur reizen onze bestemming bereikten.
In Bardia hadden we een eenvoudig huisje in een leuke tuin, midden in het Nepalese boerenland. Een volledig ander gezicht van Nepal dan we in Kathmandu hebben gezien. Het boerenleven dat we daar zagen deed ons denken aan de verhalen van vroeger van onze vaders en moeders. Kippen en geiten scharrelen op de keurig aangeveegde erven met degelijke oude waterpomp, varkens knorren buiten, ossen worden voor de ploeg gespannen. In de velden spelen de kinderen met veel kabaal verstoppertje en als ze toeristen zien roepen ze enthousiast 'Namaste!', de Nepalese groet, die je overal hoort. Zo mooi.
We hebben te voet, per boot en op een olifant de jungle verkend op zoek naar de wilde dieren! Altijd was er een goede gids bij. De 'Elephant ride' was geweldig! Op twee olifanten gingen wij samen met 2 Canadese dames op stap. Beide olifanten waren moeder en mama gaat niet op stap zonder baby olifant. Dus gingen we op weg met beide moeders en de kleintjes renden mee. Vooral geweldig bij het oversteken van de rivier. De baby's verdwenen volledig onder water! We konden ook niet langer dan een uur op pad, want dat kunnen de baby pootjes niet aan en dan beginnen ze te huilen. Onze gids heeft voorgedaan hoe dat klinkt, heel aandoenlijk.
Bij de voettocht moesten we ook rivieren oversteken en ook daarbij heb ik mijn voeten droog gehouden. Het Nepalese leger patrouilleert nog veelvuldig in Bardia en we kwamen een patrouille van 4 militairen tegen. Of ze mij naar de overkant moesten dragen? An offer you can't refuse!!
Ja, en dan die tijger, want daar gingen we toch voor. Die hebben we niet gezien, alleen zijn sporen....
Maar wat hebben we wel gezien: 1 neushoorn, 3 wilde Aziatische olifanten, 1 otter, 2 crocodillen, tal van Bambi hertjes, apen en heel veel vogels in een prachtig landschap van bossen, rivieren en rivierbeddingen en vlakten met manshoog gras. Wat hebben we verder gezien: onnoemelijk veel bloedzuigers die we van onze schoenen en broek moesten wegmeppen. Schade is beperkt gebleven tot allebei 1 beet. Kan geen kwaad, maar toch geen feest. Er is hier veel minder wild dan in Afrika en dat wisten we ook. Het gebied heeft onder andere erg geleden onder de burgeroorlog. De mensen hier hopen dat de wildstand weer aantrekt nu de oorlog verleden tijd is.
Nu zijn we na een weer erg vermoeiende terugreis aangekomen in Kathmandu. Gisteren gelukkig geen vertraging, de reis duurde 'maar' 13 uur. Wel in een veel gaardere bus dan op de heenweg met minder comfort. Op het laatst weet je niet meer hoe je zitten moet. Ook hier is de 'r' in de maand, want allebei zijn we ongelooflijk verkouden met keelpijn en we hoesten wat af. Dat zal wel weer slijten.
Woensdag 12 november vertrekken we met de naar zeggen meest onpunctuele, edoch goedkoopste luchtvaartmaatschappij, Royal Nepalese Airlines, naar Bangkok. Vandaar uit reizen we door naar Koh Chang, een eiland in het zuidoosten van Thailand, waar we twee weken pas op de plaats maken in een klein huisje van een Nederlander.